Vol energie stort Theo zich op zijn nieuwe project. Hij is gevraagd om leiding te geven aan het project ‘automatisering anno nu’ vanwege zijn teamrol bedrijfsman.
Jaren geleden zijn ze met het managementteam aan de slag geweest met de Belbinteamrollen. Ze hebben toen inzicht gekregen in het feit dat iedereen in feite alle 8 teamrollen in zich heeft, maar dat ieder twee of drie dominante rollen heeft. Teamrollen zeggen iets over je voorkeursgedrag en de acceptabele valkuilen die daarbij horen.
Theo bleek qua dominantie een bedrijfsman en voorzitter. Het hele proces van het werken met Belbin heeft hem veel inzichten in zichzelf en in zijn collega’s gegeven.
Een proces dat nooit af is, zo ook nu weer blijkt.
De bedrijfsman in Theo zal helpen om als bedrijf doelgericht het project af te kunnen ronden. Hij begrijpt dat dit de nodige voeten in de aarde zal hebben, aangezien hij moet samenwerken met veel collega’s. Maar Theo gaat er met goede moed voor, hij weet immers wie hij is, wat zijn voorkeursgedrag is en belangrijker nog, wat zijn bijbehorende valkuilen, irritaties én uitdagingen zijn.
De aftrap was veelbelovend. Iedereen in het bedrijf ziet het nut van het op de kop zetten van het automatiseringssysteem in, gezien de enthousiaste reacties en de weinige vragen. “We gaan ervoor. Over 6 maanden komen we weer bij elkaar en vieren we de goede afloop. Succes samen!” sloot Theo destijds zijn korte, maar krachtige speech af.
Gedreven begon Theo met de verdeling van de taken over de diverse afdelingen. Wie wat doet, wie wat aanlevert en wanneer. Waar nodig springt hij ook graag zelf even bij. Want we moeten door, te tijd dringt.
Als er gewacht moet worden, vindt Theo dat niet prettig. Hij wil immers door.
Zijn collega Hester van de afdeling klantenservice heeft hem gisteren echter de gevraagde documenten nog niet aangeleverd. Enigszins geïrriteerd stuurt hij maar even een mailtje: “Beste Hester, graag ontvang ik van jou de gevraagde klantengegevens. Graag uiterlijk morgen, omdat anders het schema gevaar loopt. Alvast bedankt, groet Theo.”
Tot zijn verbazing ontvangt Theo binnen 5 minuten al een reactie. Echter niet met de gevraagde documenten.
“Beste Theo, morgen gaat ‘m niet worden. Ik moet nog de nodige zaken uitzoeken, willen we geen fouten maken. Ik heb in mijn verslag van vorige maand ook al aangegeven dat ik verwacht dat tijdig aanleveren moeilijk gaat worden, gezien de weloverwogen keuzes die gemaakt moeten worden. Ik hoop je zo spoedig mogelijk e.e.a. toe te kunnen sturen. Groetjes, Hester.”
Gefrustreerd sluit Theo zijn laptop af. Hij heeft nog een managementoverleg, dus kan hij vandaag niet meer reageren. Morgenochtend gelijk maar even naar Hester toelopen om aan te geven dat dit zo niet gaat. Als ze het project op de afgesproken tijd af willen hebben, moet natuurlijk wel iedereen meedoen.
Heetgebakerd pakt Theo een kop koffie van de gang mee en loopt de vergaderkamer binnen.
Hij is mooi op tijd. Nog vijf minuten, dan kunnen ze op tijd starten. Alleen Mark is nog niet aanwezig.
Ondanks dat er nog vijf minuten resteren voor de geplande vergadering zal beginnen, kan Theo zich niet onttrekken aan het gevoel dat op tijd starten wel weer een utopie zal blijken; Mark is immers nooit op tijd!
Inmiddels is het 16.05 uur en inderdaad nog geen Mark te bekennen.
Theo heeft inmiddels met de collega’s al even bijgepraat en zou nu graag beginnen.
De geplande agenda tot 17.00 uur geeft Theo de mogelijkheid om het laatste halfuur van die dag nog even te gebruiken om zijn afdeling nog even langs te lopen en de nodige werkzaamheden voor de volgende dag al vast klaar te zetten en toe te lichten. Dan kunnen ze morgen direct van start en zitten we niet eerst op elkaar te wachten; zondetijd.
Maar ja, hij wil niet weer als eerste over de tijd beginnen, hij is altijd al degene die klaagt over dit soort zaken.
8 minuten over vier komt Mark binnenstormen. “Sorry, het zat even tegen. Moest even een belangrijk telefoontje afronden”.
“Mooi dat je er bent”, reageert collega Rosalie die de vergadering leidt. “Laten we direct maar beginnen, welkom allemaal”.
We trappen maar direct af met agendapunt 1 ‘ontwikkeling nieuw logo’.
Rosalie legt een drietal conceptlogo’s op tafel. “In alle drie de logo’s heeft men getracht onze sterke punten, onze voortvarendheid en innovatiekracht, tot uiting te brengen”, licht ze toe. “Ik vind het super dat ons logo straks in lijn is met waar we voor staan als organisatie.
Wat vinden jullie ervan?”
Als enkele collega’s gereageerd hebben, wendt Rosalie zich tot Theo. “Theo, wat vind jij? Ik heb jou helemaal nog niet gehoord.”
Theo zet zijn koffiekopje op tafel. Wat had Rosalie het weer scherp gezien dat hij nog niets had gezegd en iets op de lever leek te hebben.
“Ik vind de logo’s er strak uitzien en het verhaal erachter vind ik super, maar ik baal ervan dat wat we straks uitstralen niet is wat het lijkt.”
Verbaasde gezichten staren Theo aan. “Hoe bedoel je dat?”, vraagt Rosalie.
“Nou”, vervolgt Theo, “voortvarendheid is voor mij actief zijn, doen, doen wat je zegt, afspraak is afspraak, en dat doen we in de praktijk niet”.
Aan Rosalie’s gezichtsuitdrukking was duidelijk af te lezen dat ze het nog niet helemaal begreep en dus ging Theo verder.
“De vergadering is zoals gewoonlijk weer te laat begonnen, waardoor mijn planning straks weer in de soep loopt en van collega’s krijg ik zaken niet op tijd aangeleverd, waardoor ik op de planning achter ga lopen. Dat noem ik geen voortvarendheid”.
“Goed dat je het aangeeft Theo. Hier moeten we zeker op door, want ik zie dat het je hoog zit”, reageert Rosalie begripvol.
Mark begint wat op zijn stoel te schuiven en wil duidelijk graag reageren.
Rosalie besluit even in te grijpen, voor het uit de hand gaat lopen.
“Ik begrijp Mark dat jij hier graag op zou willen reageren, omdat jij vandaag iets te laat bij de vergadering was, maar ik wil liever eerst aan jullie allemaal een vraag stellen. Wat is voortvarendheid volgens jullie?
”Ruud trapt af: “Dat we mee gaan met de ontwikkelingen om ons heen, dat we hierop inspelen”. Roos vervolgt: “Voor mij is voortvarendheid doen, maar dan wel weloverwogen, niet doen om het doen”.
“Boeiend”, pakt Rosalie de leiding weer op, “één woord en zoveel verschillende invullingen. Blijkbaar geven we er allemaal op onze eigen manier invulling aan. Dit doet me sterk denken aan de Belbinrollen.
Volgens mij passen jullie reacties precies bij jullie persoonlijke teamrollen. Grappig om te zien dat ook de irritaties en de valkuilen weer zo mooi zichtbaar worden. Ik denk dat we over de invulling van voortvarendheid dieper door moeten praten en dat we deze moeten toetsen aan onze visie en onze doelen. En dan terug naar ieders persoonlijke kwaliteiten.
Als jullie het goed vinden zet ik dit voor volgende week op de agenda. We maken er dan een speciale sessie van. Dan hebben we allemaal een weekje om één en ander voor ons zelf eens te overdenken en dan hoeven we nu niet in te gaan op de gevoelens van iedereen op dit moment.
Ik ben persoonlijk heel blij met dit moment, want het schudt ons wakker en maakt duidelijk dat het tijd is voor een Belbin-update. Dat moest tóch nodig eens weer op onze agenda komen. Want je ziet dat onze opgedane inzichten maar zo weer naar de achtergrond verdwijnen en de waan van alle dag onze waardering voor elkaar in de weg kan komen te staan. Laten we voor nu doorgaan naar agendapunt 2. Het logo volgt na volgende week wel weer, we moeten het in de juiste volgorde doen.”
De verdere vergadering viel mee. Theo kon om vijf uur het halfuur dat de afdeling nog compleet was benutten.
Nu hij in de auto zat merkte hij dat z’n boosheid van eerder die middag al behoorlijk was weggeëbd. Hij zou vanavond nog eens naar zijn teamrollen kijken en vooral naar zijn valkuilen en zijn irritaties. Misschien dat dat ook een ander licht wierp op Hester. Misschien dat haar valkuil wel in zijn irritatiezone lag. Of andersom. Dan kun je wel nagaan wat er ontstaat. Misschien moest hij weer eens focussen op de kwaliteiten van Hester, waarom ze toch ook alweer zo’n goed team konden zijn. En wat waren zijn eigen uitdagingen eigenlijk ook alweer?.
Hij zette de autoradio wat harder en bemerkte tot zijn verbazing dat hij mee begon te zingen. De inzichten van Rosalie hadden hem nu al goed gedaan. Anders kijken is anders zien, mijmerde Theo.
Wilt u ook geholpen worden om anders te kijken naar uzelf en uw collega’s? Wilt u werken aan onderling vertrouwen en zo doelen eerder, beter en met meer plezier halen? Wij helpen u graag.